Zijn Naam belijden

“Laat ons dan door Hem altijd Gode opofferen een offerande des lofs, dat is de vrucht der lippen die Zijn Naam belijden. Hebreeën 13:15”

Wat gebeurt er rond het doen van belijdenis in het midden van de gemeente? Daar gebeuren drie dingen. Er gebeurde iets vanuit God naar de belijdeniscatechisant. Er gebeurde ook iets vanuit de belijdeniscatechisant naar God. En er gebeurt iets tussen de belijdeniscatechisanten en de gemeente.

Wat gebeurde er vanuit God naar de belijdeniscatechisant? God gaf je drie dingen. God gaf je de mogelijkheid om in de nood van je ziel tot Hem te roepen om verlossing, bekering, geloof in Zijn Zoon. Hij geeft ook dat het dan niet stil blijft, maar dat Hij op Zijn tijd wil verhoren. Dat Hij je ziel redt van het verderf, je trekt uit de macht der duisternis, en overzet in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde (Kol. 1:13).  En daarna geeft Hij de mogelijkheid om in een belijdenisdienst in het midden van de gemeente Hem de lof en dank toe te brengen voor de alles wat Hij wilde doen en geven in de tijd die achter ligt. Het komt helemaal bij Hem vandaan.

Wat gebeurde en gebeurt er vanuit de belijdeniscatechisant naar God? De belijdeniscatechisant eerde God door Hem aan te roepen ‘in den dag der benauwdheid’ (Ps.50:15a) en door de verlossing uit die grote nood alleen van Hem te verwachten. Een belijdeniscatechisant eert God door in de gemeente te belijden wat God voor hem heeft betekend en nog steeds betekent. Hij eert God door Hem nu in het midden van de gemeente te loven voor wat Hij heeft gedaan. Dat loven gebeurt in de psalmen die we zingen. In de psalmen die we zingen tijdens de belijdenisdienst, is te horen waarvoor God wordt geloofd en gedankt. Zonder die psalmen is het onduidelijk waarom de belijdeniscatechisanten daar voor in de kerk staan. Maar in de woorden van de psalmen horen we waarom ze daar door Gods genade mogen staan, zoals in psalm 26:7:

Daar wordt Uw lof verbreid,
O Oppermajesteit,
Door mij, die U bemin en acht;
Daar zal mijn stem U prijzen,
Voor al de gunstbewijzen,
Voor al de wond’ren Uwer macht.

Dat verbreiden van Zijn lof voor al Zijn gunstbewijzen en de wonderen van Zijn macht kan alleen door geloof in Christus. Zonder geloof in Christus kun je God niet behagen. Zonder geloof in Christus kun je God de lof niet toebrengen. Daarom staat er in Hebreeën 13:15: laat ons dan door Hem altijd Gode een lofoffer opofferen, een lofoffer dat nieuwtestamentisch bestaat uit waarmee we Zijn Naam belijden.

Tenslotte gebeurt er ook nog iets tussen de belijdeniscatechisanten en de gemeente. Bij het zien van de belijdeniscatechisanten en bij het samen zingen van de redenen waarom ze de Heere de lof toe brengen ontstaat een lovende en dankende gemeente voor wat Hij wilde doen. Daarbij zijn die woorden van lof en dank ook van betekenis voor de toekomst, want zoals Hij nu heeft gewerkt, zo kan en wil Hij ook in het navolgende geslacht nog werken. Onverdiend, maar uit genade.

Ds. H. Ottema

To top